L'Amour n'a pas d'âge Mensen broeders die na ons moge leven Heb tegen ons niet de harten verhard Want als medelijden met ons armen u heeft Zal God het eerder met u hebben Merci U ziet ons hier vastgebonden vijf zes Wanneer van het vlees wij ons teveel hebben gevoed Wordt het in stukken gevreten en verrot En de botten worden ons as en poeder Over ons leed niemand lacht daarom Maar bid God dat allen ons willen verlossen Broeders, al verkondigen wij geen Minachting te hebben hoewel wij gedood zijn Door gerechtigheid moeten jullie toch weten Dat niet alle mensen gezond verstand hebben Excuseert ons, immers we zijn heengegaan Wegens de zoon van de Maagd Maria Moge haar gratie voor ons niet gedroogd zijn Om ons te behoeden voor de helse bliksem Wij zijn dood geen ziel steunt ons Maar bid God dat allen ons willen verlossen De regen heeft ons verhelderd en gewas sen En de zon uitgedroogd en zwart gekleurd Eksters, kraaien, hebben onze ogen uitgehold En onze baarden en wenkbrauwen uitgepikt Nooit kunnen we eens zitten Dan hier, dan daar zoals de wind waait Voor zijn plezier pest ons steeds Meer geprikt dan vingerhoeden Weest dus niet van onze broederschap Maar bid tot God dat allen ons willen verlossen
|
Prins Jezus die over allen heeft geheerst Moge de hel onze heerschappij niet krijgen Met hem hebben we niets te maken noch op te lossen De mens hier heeft geen grappen Maar bid tot God dat allen ons mogen verlossen Maar bid tot God dat allen ons mogen verlossen Liefde heeft geen leeftijd Liefde heeft geen leeftijd En de zee uitgespreid daar op het strand Heeft ook geen leeftijd Woorden zijn woorden Altijd slecht geschreeuwd Toch moet men wel Zich van woorden bedienen Die men heeft achtergelaten voor ons Geschreven over het leven Geschreeuwd in kreten Van vermoeide geliefden Liefde heeft geen leeftijd En de zee uitgespreid Daar op het strand Heeft ook geen leeftijd. Léo Ferré Poème van François Villon (1431-1463, La ballade des pendus) verbonden met een gedicht van Léo Ferré
|