CHARLES BAUDELAIRE,vertalingen
Ambiance musicale :
Het Adagio van het Concerto voor hobo in D klein van Allessandro Marcello (1669-1747), gespeeld door het barokensemble Il Gardellino, onder leiding van Marcel Ponseele.
Marcel Ponseele is een internationaal gerenommeerde Belgische barokhoboïst, hobobouwer en artistiek leider van het Il Gardellino-ensemble.
Correspondances
La Nature est un temple où de vivants piliers
Laissent parfois sortir de confuses paroles ;
L'homme y passe à travers des forêts de symboles
Qui l'observent avec des regards familiers.
Comme de longs échos qui de loin se confondent
Dans une ténébreuse et profonde unité,
Vaste comme la nuit et comme la clarté,
Les parfums, les couleurs et les sons se répondent.
Il est des parfums frais comme des chairs d'enfants,
Doux comme les hautbois, verts comme les prairies,
- Et d'autres, corrompus, riches et triomphants,
Ayant l'expansion des choses infinies,
Comme l'ambre, le musc, le benjoin et l'encens,
Qui chantent les transports de l'esprit et des sens.
Peinture : Odilon Redon
Charles Baudelaire
Pourquoi le spectacle de la mer est-il si infiniment et si éternellement agréable ?
Parce que la mer offre à la fois l'idée de l'immensité et du mouvement.
Six ou sept lieues représentent pour l'homme le rayon de l'infini. Voilà un infini diminutif.
Qu'importe, s'il suffit à suggérer l'idée de l'infini total ?
Douze ou quatorze lieues de liquide en mouvement suffisent pour donner la plus haute idée de beauté qui soit offerte à l'homme sur son habitacle transitoire.
Spleen
Quand le ciel bas et lourd pèse comme un couvercle
Sur l'esprit gémissant en proie aux longs ennuis,
Et que de l'horizon embrassant tout le cercle
II nous verse un jour noir plus triste que les nuits ;
Quand la terre est changée en un cachot humide,
Où l'Espérance, comme une chauve-souris,
S'en va battant les murs de son aile timide
Et se cognant la tête à des plafonds pourris ;
Quand la pluie étalant ses immenses traînées
D'une vaste prison imite les barreaux,
Et qu'un peuple muet d'infâmes araignées
Vient tendre ses filets au fond de nos cerveaux,
Des cloches tout à coup sautent avec furie
Et lancent vers le ciel un affreux hurlement,
Ainsi que des esprits errants et sans patrie
Qui se mettent à geindre opiniâtrement.
- Et de longs corbillards, sans tambours ni musique,
Défilent lentement dans mon âme; l'Espoir,
Vaincu, pleure, et l'Angoisse atroce, despotique,
Sur mon crâne incliné plante son drapeau noir.
Les Fleurs du mal, Charles Baudelaire
Spleen
Wanneer de hemel laag en zwaar drukt als een deksel
Op de kreunende geest, ten prooi aan lange verveling,
En hij vanaf de horizon die de hele cirkel omhelst
Over ons een dag giet die nog triester is dan de nachten ;
Wanneer de aarde veranderd is in een vochtig cachot,
Waar de Hoop, als een vleermuis,
Wegvliegt met zijn verlegen vleugel fladderend tegen muren,
En zijn hoofd stotend tegen verrotte plafonds ;
Wanneer de regen zijn immense sluiers uitspreidt,
TVan een weidse gevangenis de tralies imiterend
En een zwijgend volk van infame spinnen
Zijn netten spant in het diepst van onze hersenen,
Springen ineens klokken op in razernij
En lanceren een afschuwelijk gehuil naar de hemel,
Net als zwervende geesten zonder vaderland
Die halsstarrig beginnen te kermen.
- En lange lijkwagens, zonder tamboer noch muziek,
Passeren langzaam in mijn ziel; de Hoop,
Overwonnen, huilt, en de vreselijke despotische Angst,
Plant zijn zwarte vlag op mijn voorovergebogen schedel.
Les Fleurs du mal, Charles Baudelaire
Vertaling Vivienne Stringa
1821 : Charles Baudelaire wordt geboren in Parijs. Zijn vader sterft al in 1827.
Zijn moeder hertrouwt met mijnheer Aupick, kolonel in het Franse leger en toekomstig generaal.
In 1831 wordt Aupick benoemd in Lyon en het gezin verhuist .
Baudelaire gaat in deze stad naar een nieuwe school.
In 1836 wordt Aupick weer in Parijs benoemd en daar vervolgt Baudelaire zijn school.
Wanneer Baudelaire twintig jaar is komt er een familieberaad waarin besloten wordt dat Baudelaire op de boot naar Calcutta wordt gezet.
In 1842, wanneer hij eenentwintig jaar is en meerderjarig, komt hij in het bezit van de erfenis van zijn vader.
Hiermee kan hij in Parijs gaan wonen, in L'Île Saint-Louis.
In 1844 komt er weer een familieberaad met Aupick.
Hierin wordt besloten dat Baudelaire tot aan zijn dood iedere maand aan Meester Ancelle zijn maandtoelage moet vragen. Hij sterft in 1867 in Parijs, 46 jaar oud.
Écrits de Charles Baudelaire
Werk van Baudelaire : poëzie, boeken, vertalingen, recensies.
Les Fleurs du Mal.
Petits poèmes en prose, le Jeune Enchanteur.
Les Paradis artificiels, La Fanfarlo.
Curiosités estétiques.
L'Art romantique.
Oeuvres posthumes.
Correspondance générale
Histoires extraordinaires.
Histoires grotesques et sérieuses.
Les Aventures d'Arthur Gordon Pym.
Euréka, La genèse d'un poème, Le Corbeau.
De correspondentie van Charles Baudelaire
Behalve zijn wereldberoemd geworden gedichten heeft Baudelaire ook heel veel brieven geschreven om te communiceren met zijn moeder, Ancelle de toegewezen voogd, enkele vrienden en kennissen, deurwaarders en zijn uitgever/drukker. Er zijn in de verschillende biografieën van Baudelaire vele dingen gezegd en geschreven, maar wat is er reëler dan zijn eigen correspondentie om iets over zijn leven en gedachten en mens-zijn te weten te komen ? Zonder tussenkomst van een ‘interprète’?
Vanwege de grote interesse die veel mensen hebben in de persoonlijkheid van Baudelaire en zijn leven dat achter zijn mysterieuze maar o zo aantrekkelijke poésie schuil ging, komen hier een aantal brieven van hem, vertaald in het Nederlands.
Elke periode uit zijn leven wordt hierbij belicht, beginnend bij de eerste brieven aan zijn broer op elfjarige leeftijd. Hier valt op hoe hij op een bijzonder volwassen manier zijn gedachten reeds op papier kon zetten. Daarna zijn puberteit op het Lycée Louis le Grand (deze school bestaat nog steeds) waar hij zowel hoge cijfers scoorde als strafwerk kreeg.
Ook leest men over de groeiende onmin met generaal Aupick, en vervolgens zijn jaren van meerderjarig worden, met het familieberaad waarin besloten werd dat hij niet meer over zijn erfenis mocht beschikken. De jaren van de productie van zijn literaire werk, de contracten, de orderbriefjes, de wissels, de deurwaarders.
De schulden, die begonnen omdat hij enerzijds teveel uitgaf en anderzijds voor zijn werk niet de bedragen uitbetaald kreeg die hem beloofd waren. Verder de jaren in Parijs waarin hij onophoudelijk beloofde om bij zijn moeder in Honfleur te gaan wonen ; de publicatie van Les Fleurs du Mal, het proces twee weken daarna, zijn vertrek naar België, zijn aanvallen, zijn ziektes, zijn verdriet, en zijn constante ergernis over 'gedoe' en 'niet kunnen toekomen aan gewoon rustig werken'.
Dit alles drijvend op de pijlers van zijn grootste correspondente, zijn moeder Madame Aupick, aan wie hij het vaakst en het meest schreef. Baudelaire sterft ten slotte op 31 augustus 1867, zijn laatste brief is van 31 maart 1866. Hij was toen al zo ziek dat hij die dicteerde.
De vertaling van de correspondentie van Charles Baudelaire vindt u hier, op de site Vertalingen Vivienne: