ce, cet, cette, ces: Aanwijzend voornaamwoord Frans; FRANS LEREN, GRAMMATICA, Vivienne Stringa
Oefeningen om te controleren of dit onderdeel begrepen is
HET AANWIJZEND VOORNAAMWOORD
Eenvoudige vormen :
CE (Mnl. enkelvoud) CET (Mnl. enkelvoud met klinker) CETTE (Vrl. enkelvoud) CES (Meervoud, 1 vorm)
ENKELVOUD |
MEERVOUD |
||
mannelijk |
mannelijk |
||
CE (dit, dat, deze) Ce livre (dit boek)CET +klinker Cet arbre (deze boom) |
CES (die, deze) Ces livres, ces arbres(deze boeken, deze bomen) |
||
vrouwelijk |
vrouwelijk |
||
CETTE (dit, dat, deze) Cette maison (dit huis) |
CES (die, deze) Ces maisons (deze huizen) |
||
Samengestelde vormen |
Samengestelde vormen |
||
enkelvoud mannelijk |
meervoudmannelijk |
||
ce...-ci, ce... -là (dit, deze, die +znw.... hier/daar) cet... -ci, cet... -là, (+ klinker) |
ces... -ci, ces... -là (deze, die + znw.... hier/daar) |
||
enkelvoud vrouwelijk |
meervoud vrouwelijk |
||
cette... -ci, cette... -là, (dit, deze, die + znw.... hier/daar) |
ces... -ci, ces... -là (deze, die +znw.... hier/daar) |
Gebruik Het aanwijzend voornaamwoord wijst een zelfstandig naamwoord (mens, een dier of voorwerp) aan, dat bekend is bij de spreker. Ook dient het om aan te geven waarover men spreekt. - Jean a réparé CE vélo. (Jean heeft deze fiets (mnl. ev.) gerepareerd. De fiets die hier voor ons staat, die we allebei kunnen zien.) - Sandrine, pourriez-vous m'aider à porter CETTE valise ? (Sandrine, zou u mij kunnen helpen deze koffer (vrl. ev.) te dragen? De koffer die hier voor ons staat, die we allebei kunnen zien.) - Je vous ai apporté CES bonbons. (Ik heb deze snoepjes (mv.) voor u meegebracht. De snoepjes worden getoond) |
VERBUIGING |
Het aanwijzend voornaamwoord krijgt de verbuiging naar geslacht en getal van het woord waarnaar het verwijst : - Jonas habite CE vieux château. (Jonas woont in dat oude kasteel, château = mnl.) - CETTE voiture est spacieuse. (Deze auto is ruim van binnen. voiture = vrl.) - Tous CES chiens sont à Alain. (Al deze honden zijn van Alain. chiens= meervoud mannelijk, geslacht maakt niet uit) - - Toutes CES tables ont été nettoyées par Hélène. (Al deze tafels zijn schoongemaakt door Hélène. tables = meervoud vrouwelijk, geslacht maakt niet uit.) Het aanwijzend voornaamwoord staat vóór het woord waarnaar het verwijst Als er een bijvoeglijk naamwoord voor het zelfstandig naamwoord staat, komt het aanwijzend voornaamwoord daar ook nog voor te staan. - Il aimerait vivre dans CETTE belle région. (Hij zou graag in deze mooie streek willen wonen.) - Elle souhaite acheter CETTE jolie robe. (Zij zou deze mooie jurk willen kopen.) Als het bijvoeglijk naamwoord achter het zelfstandig naamwoord staat, staat het aanwijzend voornaamwoord gewoon vóór het zelfstandig naamwoord: - Il va acheter CE pantalon beige. (Hij gaat deze beige broek kopen.) - Il aimerait vivre dans CETTE région montagneuse. (Hij zou graag in deze bergstreek willen wonen.) - Elle souhaite acheter CETTE robe verte. (Zij wil deze groene jurk kopen.) Samenvatting/Résumé : CE is het aanwijzend voornaamwoord voor een mannelijk zelfstandig naamwoord in het enkelvoud:
CETTE is het aanwijzend voornaamwoord voor een vrouwelijk zelfstandig naamwoord enkelvoud : - Il va rendre visite à cette famille. (Hij gaat deze familie bezoeken.)
- CET komt te staan voor een mannelijk zelfstandig naamwoord. enkelvoud dat begint met een klinker of een stomme h:
Ces komt bij alle woorden in het meervoud, en dit is ook de enige vorm van het meervoud:
|
Basisregels |
Het aanwijzend voornaamwoord wijst een zelfstandig naamwoord aan : Door het aan te wijzen: - Choisissez cette montre, vous en serez content. (Kies dit horloge, u zult er heel blij mee zijn.) Door een reeds genoemd woord aan te halen: - Que pensez-vous de ma voiture ? Vous n'ignorez pas que cette voiture a été primée. (Wat vindt u van mijn auto? U weet toch zeker wel dat deze auto bekroond is. ►Ma voiture, waarover ik het net al had ) Door het vervolg van een tekst aan te kondigen: - Soyez attentifs, regardez bien cette expérience. (Let goed op, kijk goed naar dit experiment. L'expérience, dat er nu aankomt) |
Samengestelde vormen |
Het aanwijzend voornaamwoord wordt vaak gebruikt in combinatie met een bijwoord "ci" of "là" dat na het zelfstandig naamwoord komt, met een verbindingsstreepje: - Jacinthe préfère porter cette robe-là. (Jacinthe draagt liever deze jurk: precieze aanduiding: deze jurk hier) - Alfred préfère choisir ce livre-ci. (Alfred kiest liever dit boek : precieze aanduiding, waarbij het boek getoond wordt) Het woordje -ci geeft datgene aan dat het dichst in de buurt is of het kortst bij is in de tijd , en het woordje -là duidt op iets dat verder weg ligt: - Il habite de ce côté-ci de la plage. (Hij woont aan deze kant van het strand : Le côté die het dichtst is bij de plek waar ik nu ben) - Elle travaille dans cette boutique-là. (Zij werkt in die winkel daar: La boutique die het verst weg ligt van de plek waar ik nu ben ) Maar het woordje -là mag ook gebruikt worden om iets of iemand wat nader aan te duiden, zonder dat diegene verder weg is : - Ce gendarme-là, il est très sévère. (Die gendarme is echt erg streng ; Men duidt precies aan welke gendarme men bedoelt) |