Trappen van vergelijking, grammatica, Frans leren; Vivienne Stringa
Degrés de comparaison : TRAPPEN VAN VERGELIJKING |
Vergelijkende trap - Vergrotende trap - Overtreffende trap - GOED BETER BEST - Verkleinende trap - UITZONDERINGEN - Samenvatting RÉSUMÉ - Versterken van bijwoorden - Versterken van bijvoeglijk naamwoorden |
1. DE VERGELIJKING : net zo.../ even .. als |
Hierbij kan er een vergelijking gemaakt worden in gelijkheid, in meerderheid, of minderheid (superioriteit of inferioriteit) tussen twee elementen in een zin. Er is een onderscheid tussen het BIJVOEGLIJK NAAMWOORD en het BIJWOORD. Het vergelijkende woordje DAN of ALS wordt altijd vertaald met QUE. |
Vergelijking van het BIJVOEGLIJK NAAMWOORD ►AUSSI |
Om een vergelijking van gelijkheid te maken, gebruiken we het bijwoord ► AUSSI bijvoeglijk naamwoord + QUE (even...als/ net zo... als) - Paul est aussi grand que Pierre. (Paul is net zo groot als Pierre.) - La route est aussi longue que ce chemin. (De weg is even lang als dit pad.) GOED: Bijvoeglijk naamwoord BON = ce plat est aussi bon que celui d'hier. (Dit gerecht is net zo lekker als dat van gisteren.) Cet enfant est aussi ordonné que son frère. (Dit kind is net zo netjes als zijn broer) |
Voor een vergelijking van een BIJWOORD ► AUSSI : |
- Ces chaussures me font aussi mal que ces bottes. (Die schoenen doen me net zoveel pijn als die laarzen.) - La voiture de Yann roule aussi lentement que celle de Bernard. (De auto van Yann rijdt net zo langzaam als die van Bernard.) - La voiture bleue roule aussi vite que la rouge. (De blauwe auto rijdt even snel als de rode) GOED : Bijwoord: BIEN = Ce repos me fait aussi bien qu'un médicament. (Deze rust doet me net zo goed als medicijnen.) |
Vergelijking van een bijwoordelijke bepaling * + HOEVEELHEID: ► autant /de... que |
NET ZO, NET ZOVEEL, EVENVEEL zonder aangegeven hoeveelheid : AUTANT QUE - Ce film m'intéresse autant que l'autre. (Deze film interesseert me net zoveel als de andere ► in dezelfde hoveelheid, mate, als de andere film) - Marc travaille autant que Simon. (Marc werkt net zoveel als Simon. ► verzet denkbeeldig dezelfde hoeveelheid werk of maakt denkbeeldig dezelfde uren als Simon) - Je vais au cinéma autant que lui . (Ik ga net zo vaak/veel als hij naar de film. ► even zovele denkbeeldige malen als hij) - Gérard gagne autant que Christian. (Gérard verdient net zoveel als Christian.) NET ZO, NET ZOVEEL, EVENVEEL met aangegeven hoeveelheid: AUTANT DE... QUE - Pierre fait autant de bruit que Sarah (Pierre maakt net zoveel herrie als Sarah) - Elle achète autant de pommes que moi. (Ze koopt net zoveel appels als ik.) - Cette classe-ci compte autant d'élèves que celle-là. (In deze klas zitten evenveel leerlingen als in die.) |
2. DE VERGROTENDE TRAP De vergrotende trap In het Nederlands kunnen we van veel bijvoeglijk naamwoorden een vergrotende trap maken door er -er achter te zetten: groter, kleiner, dikker, korter, dunner, voller, langer DAN. Om een vergrotende trap te maken in het Frans blijft het bijvoeglijk naamwoord onveranderd, maar gebruiken we er het bijwoord ► plus + BIJVOEGLIJK NAAMWOORD + que) bij : - Paul est plus grand que Pierre. (Paul is groter dan Pierre) - Jérôme est plus gros que George. (Jérôme is dikker dan George.) - Cette jupe est plus courte que ce short. (Deze rok is korter dan deze korte broek.) Let op: bij de volgende bijvoeglijk naamwoorden is de toevoeging plus niet nodig: Bij goed ► bon, beter ► meilleur ("beter", in plaats van "goeder" "plus bon") : Marc travaille bien à l'imprimerie. (Marc werkt goed in de drukkerij.) Simon travaille mieux à l'imprimerie. (Simon werkt beter in de drukkerij.) Zie de paragraaf GOED BETER BEST hierna. 3. DE OVERTREFFENDE TRAP De overtreffende trap (Le superlatif). In het Nederlands zetten we hier bij de meeste bijvoeglijk naamwoorden -st achter: het grootst, het kleinst, het meest. Bij de relatieve overtreffende trap is er een vergelijking waarbij 1 element van de vergelijking eruit springt als zijnde de beste, de grootste, de gekste, eigenlijk als 'de meest (+ bijvoeglijk naamwoord)...' . We sommen de overtreffende trap altijd als laatste op in het rijtje van bijvoorbeeld groot, groter, grootst. In het Nederlands maken we hiervoor aan het bijvoeglijk naamwoord de uitgang - st(e) vast: gekste, grootste, kleinste, stomste, breedste, etc. In gevallen waar dat niet kan, gebruiken we in het Nederlands 'de meest ...': (de meest huiselijke van de drie, de meest linkse uit de rij, ). In het Frans kan alleen de laatste vorm gebruikt worden : LE PLUS ( + bijv. naamw.) DE : Relatief: hierbij wordt een vergelijking gemaakt. Deze overtreffende vergelijking in het Frans is als volgt samengesteld : ► LE PLUS + bijvoeglijk naamwoord + DE. We zien hier een lidwoord, dat zich buigt naar het geslacht of het getal van het zelfstandig naamwoord. Un grand garçon. (Een grote jongen.) Le plus grand garçon de la classe. (De grootste jongen van de klas.) Une grande fille. (Een groot meisje.) La plus grande fille de la classe. (Het grootste meisje van de klas.) Les grands arbres. (Grote bomen.) Les plus grands arbres de la ville. (De grootste bomen van de stad.) Les grandes maisons (Grote huizen'. Les plus grandes maisons du village. (De grootste huizen van het dorp.) De plaats van de overtreffende trap hangt af van de plaats van het bijvoeglijk naamwoord. Grand komt vóór het bijvoeglijk naamwoord, en dan komt de hele vergelijking ook vóór het zelfstandig naamwoord, zoals we hierboven zien. Als de plaats van het bijvoeglijk naamwoord achter het zelfstandig naamwoord is, komt de vergelijking er ook achter : Le professeur le plus sympathique de l'école. (De meest sympathieke leraar van de school.) De overtreffende trap kan behalve relatief, ook absoluut zijn. In absolute zin is er geen sprake van een vergelijking. Absoluut: hier wordt geen vergelijking bij gebruikt, want de kwalitatieve betekenis staat al vast : |
Goed, beter, best : ook hier geldt net als in het Nederlands een uitzondering. De essentie is dat we goed moeten letten op het feit dat er in het Frans een verschil is voor bijwoord of bijvoeglijk naamwoord. (Voor meer informatie, klik op de blauwe link.) Een BIJWOORD is : Yves werkt goed, Yves werkt beter, Yves werkt het best. (Zegt iets over het WERKWOORD werken) Een BIJVOEGLIJK NAAMWOORD is: Een goed boek. Een beter boek. Het beste boek. (zegt iets over het ZELFSTANDIG NAAMWOORD boek) REGEL: het bijwoord in het Frans blijft altijd gelijk, maar het bijvoeglijk naamwoord moet verbogen worden. BIJWOORD: het best Yves travaille bien. Yves travaille mieux. C'est Yves qui a travaillé le mieux. (Yves werkte het best.) Dit blijft in de meeste gevallen onverbogen: C'est Sylvie qui travaille le mieux. BIJVOEGLIJK NAAMWOORD: de beste, het beste |
5. DE VERKLEINENDE TRAP De VERGROTENDE trap maken we met het woord PLUS (meer). De VERKLEINENDE trap is in het Frans eigenlijk ook een vergrotende trap, maar dan in negatieve zin. Bij een VERKLEINENDE TRAP gebruiken we in het Frans het bijwoord MOINS (minder), zowel bij het bijvoeglijk naamwoord als bij het bijwoord: |
MOINDRE, MINDER, PIRE, SLECHTER: |
Sommige bijvoeglijk naamwoorden drukken zelf al een verkleining uit, zonder het gebruik van een extra woord: MOINDRE (in plaats van "plus petit") :La réussite de Paul est moindre que celle de Pierre. (Het slagen van Paul is minder/kleiner dan dat van Pierre.) Sommige bijvoeglijk naamwoorden drukken de overtreffende trap al uit zonder toevoegen van een ander woord: pire , le pire (in plaats van "plus mauvais" "le plus mauvais": slechter, het slechtst) : Le comportement de Pierre est pire qu'avant. (het gedrag van Pierre is erger / slechter dan eerst) Le comportement de Pierre est le pire. (Het gedrag van Pierre is het slechtst/het ergst.) La méthode-là est la pire. (Die methode daar is de ergste /de slechtste.) Het woordje QUE zorgt voor het tweede element van de vergelijking en betekent dan: - Cette voiture est plus rapide que le train ► un nom (een zelfstandig naamwoord) : Deze auto is SNELLER DAN DE TREIN (CCP Complément Circonstanciel Prépositionnel (bijwoordelijke bepaling) |
6. UITZONDERINGEN Sommige bijvoeglijk naamwoorden drukken zelf al een graad van vergelijking of overtreffing (superlatief) uit : entier, totalement; (volledig, helemaal) of een overtreffende trap: meilleur, mieux, pire, pis, préféré (best, beste, slechtste, liefst/meeste voorkeur) Het zelfde geldt voor: carré, circulaire, double, triple, équestre, équilatéral, parallèle; en ook: aîné (bij familiebanden: oudste), cadet (jongste); favori, principal (hoofd- / voornaamste), majeur (grootst), mineur (kleinst, mindere), prochain (volgende), ultime (ultieme, meest, uiterste), unique (enige, uniek). - Présence obligatoire pour la principale réunion de l'année. (Aanwezigheid verplicht bij de belangrijkste vergadering van het jaar. En niet ► pour la plus principale réunion de l'année). |
7. RÉSUMÉ (samenvatting) |
Vergelijking van SUPERIORITEIT : PLUS + bijvoeglijk naamwoord + QUE (meer.../ groter, etc. DAN) Bijvoeglijk naamwoord: AUSSI + adjectif + QUE (net zo, even... ALS) Une fille aussi grande que moi marchait à côté de lui. (Een meisje, net zo groot als ik, liep naast hem.) Bijwoord: AUTANT DE ... QUE; + hoeveelheid (Net zoveel... als/ even....als/ evenveel als) Vergelijking van ONDERGESCHIKTHEID |
Voor een vergelijking zijn vier onderdelen nodig : 1) het eerste element van de vergelijking De ONREGELMATIGE vergelijkende trappen: meilleur que, pire que, moindre que. (beter dan, erger dan, minder dan) |
8. HET VERSTERKEND BIJWOORD |
Een versterkend bijwoord helpt om de betekenis van een bijvoeglijk naamwoord, een bijwoord te versterken (of van een tegenwoordig deelwoord), en kan zelfs de betekenis veranderen van de zin. Hiervoor gebruikt men een bijwoord van kwaliteit : bien, extrêmement, vraiment, fort, super, très... ; deze komen vóór het bijvoeglijk naamwoord.
- Ce dessert est super bon. (Dit is een heel lekker nagerecht.) - Un chien peu obéissant (een 'weinig' - niet zo'n- gehoorzame hond) - Un ciel aussi nuageux (een hemel met zoveel wolken) - Ils sont moins fiers là. (Ze zijn niet zo trots meer nu). |
9. HET VERSTERKEN VAN EEN BIJVOEGLIJK NAAMWOORD |
Het versterken van het bijvoeglijk naamwooord Behalve met behulp van een bijwoord (très, vraiment) kan men de betekenis van het bijvoeglijk naamwoord ook versterken door het bijvoeglijk naamwoord op een andere plaats te zetten. Het kan een andere betekenis aan de zin geven. Normale zin: - Pierre est grand. (Pierre is groot). C'est un grand garçon. (Het is een grote jongen.). Vergelijk nu de betekenis van grand wanneer we grand achter het zelfstandig naamwoord zetten: - La foule a admiré ce grand athlète. (De menigte bewonderde die grootse atleet.) - Nous sélectionnerons un athlète grand. (We zullen een atleet van grote lengte selecteren); - Nous sélectionnerons l'athlète le plus grand. (We zullen de grootste atleet selecteren.) Kijk ook eens op ⇒ Trappen van vergelijking 2 * BIJWOORDELIJKE BEPALING : kort gezegd is dit een zinsdeel of een woordgroep met bijwoord die een nadere duiding (van tijd, plaats, richting, hoeveelheid, gradatie, doel, etc.) aan de rest van de zin geeft. Vaak gebruikt in combinatie met een voorzetsel. |