Grammatica Frans leren (Letter A)

 

 A                                       

Adjectifs démonstratifs : Ce, Cet, Cette, Ces
A,à
A,chez
Aanwijzend voornaamwoord 1
Aanwijzend voornaamwoord 2
Abreviations, Franse afkortingen(1)
Abreviations, Franse afkortingen(2)
Auxiliaires Avoir et Être. nº1
Auxiliaires Avoir et Être, nº2
Adjectif indéfini Het onbepaalde voornaamwoord, nº1
Adjectif indéfini Het onbepaalde voornaamwoord, nº2
Adjectifs intérrogatifs Quel...?, Quelle...? Quels...? Quelles...? (welk?)
Adjectifs possessifs. In de nieuwe grammatica heet het bezittelijk voornaamwoord 'déterminant possessif'
Adjectif qualificatif , Het bijvoeglijk naamwoord
Adjectifs verbaux et le participe présent  Het tegenwoordig deel woord of bijvoeglijk naamwoord
Adjectifs démonstratifs
Enkele grammaticale wetenswaardigheden uit de Franse taal, informatie gebaseerd op de gegevens van l'Académie Française 
Het gebruik van de voorzetsels "À", "En", "De" et''chez''
Adjectifs
Adverbes, Nº1
Adverbes, Nº2
Aller + hele werkwoord
Aller + infinitif
Article partitif, nº1
Article partitif, nº2
Article partitif, nº3
Articles le, la, un, une, des, de la, l', de l'
Articles LE (mnl. enkelvoud), LA (vrl. enkelvoud) LES (mnl. en vrl. meervoud)
Articles: LE,  LA, LES, UN, UNE, DES, DU, DE LA, DE L', DES,  LIDWOORDEN le, la, l', les; un, une, des; HET DELEND LIDWOORD
Articles des pays, Voorzetsels voor landen, streken en steden
Articles La, Là, L'
Algemene structuren voor het uitdrukken van een tijdsduur Depuis (sinds) Pendant (tijdens) En   (binnen, over) Il y a (geleden) Dans (over)
Afkortingen 1
Afkortingen 2
L'accord du participe passé
Accord du participe passé AVOIR, nº1
Accord du participe passé AVOIR, nº2
Accord du participe passé AVOIR, nº3   
Adjectif indéfini: aucun, chaque, tout, etc, nº1
Adjectif indéfini: certain, différents, nº2
Aangeblazen h: woordenlijst 
Aparte gevallen, bijzonderheden 
  

 A