Het tegenwoordig deelwoord, grammatica, le participe présent et le gérondif, Frans leren
HET TEGENWOORDIG DEELWOORD (Le participe présent) |
||
Het samenstellen van het tegenwoordig deelwoord:STAM (van de NOUS- uitgang van de tegenwoordige tijd) + - ANT |
||
Regelmatige vormen van de werkwoorden uit de drie groepen: |
||
Hele ww |
STAM van nous - vorm tegenwoordige tijd |
Tegenwoordig deelwoord STAM + - ANT |
prendre (nemen) |
nous pren- ons |
prenant |
manger (eten) |
nous mange-ons |
mangeant |
aller (gaan) |
nous all- ons |
allant |
faire (doen) |
nous fais-ons |
faisant |
mettre (leggen, zetten) |
nous mett-ons |
mettant |
parler (praten, spreken) |
nous parl- ons |
parlant |
finir (eindigen) |
nous finiss-ons |
finissant |
courir (rennen) |
nous cour-ons |
courant |
croire (geloven) |
nous croy-ons |
croyant |
se lever (opstaan) |
nous nous lev-ons |
se levant |
vouloir (willen) |
nous voul -ons |
voulant |
venir (komen) |
nous ven-ons |
venant |
Drie uitzonderingen |
||
(avoir) ► ayant (hebbend) |
(être) ► étant (zijnd-e) |
(savoir) ► sachant (wetend) |
Het tegenwoordig deelwoord met het voltooid deelwoord |
||
voltooid deelwoord met hulpwerkwoord avoir |
volooid deelwoord met hulpwerkwoord être |
wederkerend werkwoord (altijd met être) |
ayant mangé (hebbende gegeten) ayant parlé (gesproken hebbend) ayant fini (geëindigd hebbend) ayant cru (geloofd hebbend) |
étant sorti /e/s/es) (zijnde uitgegaan) étant venu (e/s/es) (gekomen zijnde) étant descendu (e/s/es) (uitgestapt zijnde) |
s'étant envolé (zijnde weggevlogen) s'étant lavé (zich gewassen hebbende) s'etant couché (naar bed gegaan zijnde) |
GEBRUIK VAN HET TEGENWOORDIG DEELWOORD |
|
Gelijktijdigheid : Vervangt een betrekkelijke bijzin met QUI (die) |
J'ai vu ces gens tremblant d'émotion. (qui tremblaient d'émotion) (Ik zag die mensen die trilden van emotie./Ik zag die mensen, trillend van emotie.) Il aime ces chevaux galopant dans le pré.(qui galopent) (Hij houdt van die paarden die in de weide galopperen) |
Causaal verband : Omdat, aangezien |
Craignant *) de râter mon emission préférée, j'ai branché le magnétoscope. (Omdat ik bang was mijn favoriete uitzending te missen, heb ik de videorecorder aangezet) |
Betrekking met het voorafgaande : Toen, omdat, gezien het feit dat |
La tempête étant terminée, nous avons pu sortir. Toen de storm voorbij was, konden we naar buiten. |
* Opmerking : Als het deelwoord aan het begin van de bijzin staat, moet het hetzelfde onderwerp hebben als het werkwoord uit de hoofdzin. Connaissant ton courage, je sais que tu vas t'en sortir. (Omdat ik je moed ken, weet ik dat je hieruit zult komen). |
Afgeleiden van het tegenwoordig deelwoord |
|
Soms wordt een tegenwoordig deelwoord gebruikt als : |
|
Voorzetsel: tijdens, volgens |
Durant le match. (gedurende de wedstrijd) |
Zelfstandig naamwoord |
un(e) passant(e) (een voorbijganger/ -ster) |
Bijvoeglijk naamwoord (wordt ook als bijv.nw. verbogen) |
Une bataille sanglante (een bloedige strijd) |
Tegenwoordig deelwoord |
Bijvoeglijk naamwoord |
Bijwoordvorm (nooit verbogen) Je les ai trouvées tremblant de faim et de froid. (Ik trof hen bibberend van honger en kou aan) |
Wordt verbogen naar getal en geslacht van het zelfstandig nw. waar het iets over zegt Je les ai trouvées tremblantes, affamées et frigorifiées. Ik trof hen bibberend, uitgehongerd en verkleumd aan) |
Kan vóór een bijwoord staan Je les ai touvées tremblant nerveusement. (Ik trof hen nerveus trillend aan) |
Kan na een bijwoord met nadruk komen Je les ai trouvées toutes tremblantes. (Ik trof hen helemaal trillend aan.) |
Kan vóór een bepaling staan Je les ai trouvées tremblant dans un coin. (Ik heb hen trillend in een hoek aangetroffen.) |
Kan predikaat zijn van het werkwoord ÊTRE (zijn) Quand je les ai trouvées, elles étaient tremblantes. (Toen ik hen aantrof, zaten zij te trillen.) ► waren bezig te |
HET TEGENWOORDIG DEELWOORD EN HET BIJVOEGLIJK NAAMWOORD |
|
Let op : de spelling van het bijvoeglijk naamwoord kan verschillen van het tegenwoordig deewoord waar het vanaf stamt : |
|
Tegenwoordig deelwoord |
Bijvoeglijk naamwoord |
adhérant |
adhérent |
communiquant |
communicant |
convainquant |
convaincant |
détergeant |
détergent |
différant |
différent |
divergeant |
divergent |
équivalant |
équivalent |
excellant |
excellent |
expédiant |
expédient |
extravaguant |
extravagant |
fabriquant |
fabricant |
fatiguant |
fatigant |
influant |
influent |
négligeant |
négligent |
précédant |
précédent |
présidant |
président |
provoquant |
provocant |
résidant |
résident |
somnolant |
somnolent |
suffoquant |
suffocant |
Het deelwoord met EN : LE GÉRONDIFDe gérondif bestaat uit: EN + tegenwoordig deelwoord |
|
GEBRUIK Let hierbij op het herhaalde zelfde onderwerp in hoofd- en bijzin. |
|
FUNCTIE EN BETEKENIS |
VOORBEELDZIN met vertaling |
Begeleidend (pendant que) Toen, terwijl, bij het + infinitief (hele ww) |
- J'ai retrouvé ma montre en rangeant ma chambre Ik heb mijn horloge teruggevonden toen ik mijn kamer opruimde/ bij het opruimen van mijn kamer. |
Gelijktijdig (au moment où) Op het moment dat, toen, bij het + infinitief (hele ww), |
- J'ai aperçu Marie en entrant dans le restaurant. Ik zag Marie toen / terwijl ik het restaurant binnenging. /bij het binnengaan van het restaurant. |
Manier of middel Door te + infinitief (hele ww), deelwoord -nd; |
- Il est arrivé en courant. Hij kwam rennend aan. - En travaillant régulièrement, on obtient de bons résultats. Door regelmatig te werken krijg je goede resultaten. - En faisant des projets imaginaires, il a trompé son monde. Door denkbeeldige plannen te maken bedroog hij de mensen om hem heen. |
Oorzaak Toen, omdat, want |
- Elle s'est blessée en grimpant sur une chaise. Ze verwondde zich toen/omdat ze op een stoel klom / klom op een stoel. |
Voorwaarde Als, indien |
- En prenant le métro, tu arriveras plus vite. Als je de metro neemt, kom je er sneller. |
TOUT + EN + deelwoord (sterker accentuerend begeleidend) terwijl, onder het, bij het |
- Il chantonne tout en s'habillant. Hij neurit onder/bij het aankleden./ Hij neuriet terwijl hij zich ook nog aankleedt. |
TOUT + EN + deelwoord (tegenstelling, concessie) Ook al, hoewel, ondanks dat, |
- Tout en comprenant votre problème, je ne peux rien faire pour vous. Ook al begrijp ik uw probleem heel goed, ik kan niets voor u doen. |
Ontkenning van het tegenwoordig deelwoord : SANS + infinitif |
|
Il est arrivé en courant = Il est arrivé sans courir. |