Het voltooid deelwoord; le participe passé; Frans leren; grammatica (PAGE Nº2); Vivienne Stringa
Vervolg van pagina: Uitgangen bij voltooid deelwoord |
9) De uitgang van het voltooid deelwoord dat na een verzamelwoord of aanwijswoord komt. 10) De uitgang van het voltooid deelwoord met een bijwoord van hoeveelheid. 11) De uitgang van het voltooid deelwoord dat na het woord EN staat. 12) De uitgang van het voltooid deelwoord bij onpersoonlijke werkwoorden. 13) De uitgang van het voltooid deelwoord met het betrekkelijk voornaamwoord dat eraan voorafgaat. 14) De uitgang van het voltooid deelwoord vóór een infinitief. 15) De uitgang van het voltooid deelwoord bij wederkerende werkwoorden |
9) Uitgang van het voltooid deelwoord dat na een verzamelnaam of aanwijzende naam komt |
Een verzamelnaam is een woord dat een verzameling aangeeft (een groep, een menigte, een massa, etc.) Wanneer de verzamelnaam gevolgd wordt door de bestanddelen van die verzameling (un groupe de soldats, une foule de manifestants, une multitude d'oiseaux, etc.) (een groep soldaten, een menigte demonstranten, een zwerm vogels, etc.), dan komt er een uitgang achter het voltooid deelwoord, maar het ligt aan de betekenis of deze uitgang terugslaat op de verzamelnaam of op de onderdelen.
Het gebruik kan erg variëren, maar er zijn enkele regels die kunnen helpen om de goede uitgang te maken.
De deelwoorden la moitié, le tiers, le quart, une partie de, une fraction de vallen onder dezelfde regel: de uitgang komt door het eerste woord of het tweede, afhankelijk van het woord waaraan het meeste belang wordt gehecht :
|
10) Uitgang van het voltooid deelwoord met een bijwoord van hoeveelheid |
Een bijwoord van hoeveelheid met het zelfstandig naamwoord dat er bij hoort: (Combien de difficultés. Trop de marins. Que de patience, etc.) dan krijgt het voltooid deelwoord meestal de uitgang van dit zelfstandig naamwoord :
Het bijwoord is hier eigenlijk een bepalend woord en het zelfstandig naamwoord is de kern van de woordgroep; de uitgang wordt dan ook hiermee bepaald. Maar wanneer het bijwoord van hoeveelheid de strekking van de zin bepaalt, kan de uitgang wel hiervan afhankelijk zijn:
Indien het bijwoord wordt genominaliseerd (d.w.z. onderwerp wordt) door een lidwoord of aanwijzend voornaamwoord, dan krijgt het voltooid deelwoord de uitgang hierdoor bepaald:
Deze nominalisering komt vaak voor met le peu, ce peu, le trop. Maar zelfs in die gevallen kan het nog afhankelijk zijn van wat de spreker of auteur bedoelt, en kan er ook geschreven worden: Le peu de choses qu'il avait retenues. |
11) Uitgang van het voltooid deelwoord wanneer het ná "EN" komt |
Wanneer het lijdend voorwerp EN is, dan mag er ook weer gekozen worden:
In het eerste voorbeeld is EN niet als meervoud beschouwd. Het is eerder een abstract iets: Des fruits, j'en ai mangé, hier is het de algemene term "fruit" die gegeten werd. In het tweede voorbeeld duidt EN de vruchten zelf aan, en zelfs de bepaalde hoeveelheid fruit. Het is ook mogelijk om al deze nuances naast zich neer te leggen, en het voltooid deelwoord altijd onveranderd te laten wanneer EN ervoor staat. Dit mag zelfs als EN bij een bijwoord van hoeveelheid hoort. (Des films, j'en ai beaucoup vu). |
12) Uitgang van het voltooid deelwoord van onpersoonlijke werkwoorden |
Het voltooid deelwoord van een onpersoonlijk werkwoord blijft altijd onveranderd. (Onpersoonlijk: il y a, il faut, il pleut: alleen vervoegd met il.)
|
13) Uitgang van het voltooid deelwoord met een (of meer) betrekkelijk voornaamwoord dat eraan voorafgaat. |
Wanneer het voltooid deelwoord na een betrekkelijk voornaamwoord komt, dan krijgt het de uitgang van zowel onderwerp (la femme qui est tombée) als lijdend voorwerp, (la femme que j'ai vue), (algemene regel) : (femme, in beide voorbeelden). Wanneer het betrekkelijk voornaamwoord naar meerdere antecedenten verwijst, kunnen er problemen ontstaan: (l'homme et la femme que j'ai vus). In dat geval moet men weten of deze antecedenten samengevoegd mogen worden of niet. Met voegwoorden die gewoonlijk een opsomming aangeven (et, virgule d'addition) (EN, komma) : dan is de uitgang meervoud. Maar een voegwoord heeft niet altijd die bedoeling: - voegwoorden van vergelijking: comme, ainsi que, autant que, moins que, plutôt que, etc. (net als, zoals, evenveel als, minder dan, liever dan). Wanneer de antecedenten als een opsomming samengevoegd kunnen worden, is de uitgang van beiden dus meervoud. Wanneer ze niet samengevoegd kunnen worden, dan wordt de uitgang door de eerste bepaald.
- De voegwoorden ou, ni : wanneer ze samengevoegd kunnen worden, is de uitgang van beiden, dus meervoud. Wanneer ze niet samengevoegd kunnen worden, dan wordt de uitgang door de laatste bepaald. |
14) De uitgang van het voltooid deelwoord vóór een infinitief |
Het voltooid deelwoord dat met het hulpwerkwoord avoir wordt vervoegd kan soms gevolgd worden door een infinitief. Wanneer het lijdend voorwerp uit zo'n zin vóór het voltooid deelwoord en het infinitief komt, dan komt er wel een uitgang achter het voltooid deelwoord:
Wanneer het lijdend voorwerp bij het hele werkwoord (infinitief) hoort, krijgt het voltooid deelwoord geen uitgang:
Het is niet altijd even makkelijk om te weten of het lijdend voorwerp bij het voltooid deelwoord hoort of bij het infinitief. Hiervoor zijn wat handigheidjes:
Opmerking: Fait gevolgd door een infinitief blijft altijd onveranderd. (Les lettres, je les ai fait suivre) |
15) Uitgang van het voltooid deelwoord bij wederkerende werkwoorden |
Wederkerende werkwoorden worden vervoegd met het hulpwerkwoord être. Maar er zijn twee verschillende wederkerende werkwoorden: bij de een is het wederkerende voornaamwoord degene die de actie zelf uitvoert: ( Il se lave) ; en bij de andere is het wederzijds, of elkaar (réciproques) : hierbij voeren verschillende elementen de actie op elkaar uit: (Ils se réconcilient) . Deze werkwoorden kunnen dan soms transitifs directs zijn en horen dan bij de werkwoorden die met het hulpwerkwoord avoir vervoegd; en dan is de regel van het lijdend voorwerp dat er aan vooraf gaat van toepassing, dus uitgang. Bij de wederkerende werkwoorden is het dus zaak om het lijdend voorwerp te zoeken. Dat kan zijn:
Noot: de regels en uitzonderingen voor de uitgang van het voltooid deelwoord dat vervoegd wordt met avoir, gelden voor beide soorten bovengenoemde wederkerende werkwoorden: in het bijzonder wanneer het werkwoord na een verzamelwoord komt of een aanwijzend woord, wanneer het hoort bij "le peu", of na EN komt, vóór een infinitief, etc. Buiten de bovengenoemde gevallen van de wederkerende werkwoorden, krijgt het voltooid deelwoord van wederkerende werkwoorden de uitgang van het onderwerp . Dan is ofwel het wederkerend voornaamwoord niet analyseerbaar, ofwel het werkwoord indirect transitief of intransitief.
|