LEURS/LEURS: VERSCHIL; GEBRUIK EN VOORBEELDEN; GRAMMATICA; FRANS LEREN À LA FRANÇAISE;
LEUR / LEURS, le leur, la leur, les leurs |
LEUR, LEURS als bezittelijk voornaamwoord(adjectif possessif, pronom possessif) |
Het bezittelijk voornaaamwoord LEUR kan verbogen worden. Net als de andere bezittelijk voornaamwoorden (mon, ton, son, notre, votre, etc. Zie page pronoms possessifs , wordt het verbogen naar het zelfstandig naamwoord waar het bij hoort en krijgt dan ook de verbuiging daarvan: Deze voornaamwoorden zijn de derde persoon meervoud HUN : LEUR of LEURS; en geven aan dat HET DING of DE DINGEN die bezeten worden, aan meerdere personen toebehoren die vreemd zijn aan de spreker, de ontvanger (of aan de schrijver). Het kan dus gaan om één ding: LEUR; of om meerdere dingen: LEURS. in beide gevallen blijft het HUN betekenen. De verbuiging staat in het enkelvoud als er maar één ding is dat het bezit is, en in het meervoud wanneer er meerdere dingen bezeten worden: Controle: leur moet vervangen kunnen worden door mon of ma, en leurs door mes : Wanneer leur in de plaats kan staan van le of à la dan staat het in het enkelvoud : Als leur in de plaats komt te staan van les, dan staat het in het meervoud en wordt het geschreven als leurs : In het Frans kiest men voor het meervoud leurs indien ieder genoemd persoon meerdere dingen bezit of wanneer er uitwisseling of een vergelijking plaats kan vinden: |
LEUR als meewerkend voorwerp |
Het persoonlijk voornaamwoord LEUR in de functie van meewerkend voorwerp is altijd onveranderlijk. Er komt nooit een -s achter. Het hoort thuis in het rijtje van de andere persoonlijk voornaamwoorden : je, me, nous, tu, te, vous, il, elle, eux...en is meestal een meewerkend voorwerp, maar in ieder geval staat er altijd een voorzetsel bij. Ook al is het een meervoud van lui en verwijst het altijd naar meerdere personen, het blijft altijd in het enkelvoud staan. Het betekent à eux of à elles (van hen of aan hen) of pour eux of pour elles (voor hen). Het staat vóór het werkwoord. Controle: LEUR moet vervangen kunnen worden door het equivalent in het enkelvoud LUI (aan hem/haar) : - Nicolas a présenté ses peintures aux acheteurs et leur a demandé si ces tableaux leur convenaient. (Nicolas lui a demandé... )► dit betekent dat hij het aan hen, de kopers, heeft gevraagd. |
le leur, la leur, les leurs |
Deze persoonlijk voornaamwoorden met lidwoord, geven aan dat de dingen die bezeten worden aan meerdere personen toebehoren die vreemd zijn voor de spreker en de ontvanger (of de schrijver). De verbuiging krijgt het geslacht en getal van de dingen waarnaar zij verwijzen: Controle: Om te conroleren of het hier gaat om een bezittelijk voornaamwoord, kunnen we leur vervangen door le mien of door la mienne. |