Pronoms relatifs; BETREKKELIJK VOORNAAMWOORDEN FRANS; GRAMMATICA; VIVIENNE STRINGA; FRANS LEREN
HET BETREKKELIJK VOORNAAMWOORD 2Het betrekkelijk voornaamwoord verwijst naar een eerder genoemd zelfstandig naamwoord en/ of een betrekkelijke bijzin. Men vervangt een zelfstandig naamwoord of de situatie om niet steeds hetzelfde te hoeven herhalen. Dit te vervangen deel of woord noemt men het antecedent (het voorafgaande, het eerder genoemde). In het Nederlands heeft het betrekkelijk voornaamwoord ongeacht de functie in de zin dezelfde vorm: Dus in het Nederlands hoeven we bij een betrekkelijk voornaamwoord geen rekening te houden met de functie van het woord in de zin. Maar in het Frans moet je wel rekening houden met de functie van het antecedent in de zin, met name of het antecedent onderwerp of lijdend voorwerp is:
|
QUI : Die, dat, wie |
QUE : Wat, dat |
OÙ : waar, vanwaar, waarop |
Betrekkelijk voornaamwoord ONDERWERP personen/ voorwerpen |
Betrekkelijk voornaamwoord LIJDEND VOORWERP personen/ voorwerpen |
Betrekkelijk voornaamwoord BETREKKING van plaats / tijd voorwerp |
à / de / en / pour / sans + QUI |
de / par / jusque + OÙ |
|
Betrekkelijk voornaamwoord MET VOORZETSEL MEEWERKEND VOORWERP personen |
Betrekkelijk voornaamwoord BETREKKING/BEPALING VAN PLAATS voorwerpen |
|
QUI kan ook een VRAAGWOORD zijn |
QUE kan ook een VRAAGWOORD zijn |
OÙ kan ook een VRAAGWOORD zijn |
|
Enkelvoud
|
Meervoud
|
|
Personen, dingen
|
Personen, dingen
|
Mannelijk |
lequel, (welke, die) duquel [de + le = DU + quel] (van wie, waarvan) auquel [à + le = AU + quel] (aan wie, waaraan) pour lequel, sur lequel, etc. (voor wie, waarop) |
lesquels, (welke, die) desquels [de + les = DES + QUELS] (van wie, waarvan) auxquels [ à + les = AUX + QUELS] (aan wie, waaraan) pour lesquels, sur lesquels, etc. (voor wie, waarop) |
Vrouwelijk |
laquelle (welke, die) de laquelle [geen samentrekking] (van wie, waarvan) à laquelle [geen samentrekking] (aan wie, waaraan) pour laquelle, sur laquelle, etc. (voor wie, waarop) |
lesquelles (welke, die) desquelles [ de + les = DES] (van wie, waarvan) auxquelles [à + les = AUX + QUELLES ] (aan wie, waaraan) pour lesquelles, sur lesquelles, etc. (voor wie, waarop) |
Betrekkelijk, onbepaald |
qui, que, quoi, dont, où (die/wie, dat, wat, waarvan/van wie, waar) |
Voorbeelden |
Personen:
(De persoon voor wie jij werkt, is niet erg eerlijk.)
(De baas aan wie hij onderworpen is, is heel hard tegen zijn werknemers.) |
Vormen Het betrekkelijk voornaamwoord heeft : - 1 - eenvoudige vormen (verwijzen rechtstreeks naar een znw, worden niet verbogen) Qui, que, quoi, dont, où :
- 2 - complexere vormen (worden verbogen naar het geslacht en getal van het znw waarnaar zij verwijzen en hebben dus verschillende vormen). Lequel, laquelle, duquel, de laquelle, auquel, à laquelle, lesquels, lesquelles, desquels, desquelles, auxquels, auxquelles, etc.: Deze worden gebruikt wanneer er een voorzetsel of een bepaling bij het (werk) woord, zelfstandig naamwoord of zinsdeel staat waarnaar verwezen wordt. Let op het woordje QUEL dat hierbij wordt gebruikt. In de vertaling achter de voorbeeldzinnen zien we waarom dit woordje gebruikt wordt, en wat de betekenis eigenlijk is. Om deze complexere vormen te maken moet men weten hoe het werkwoord waarnaar verwezen wordt, in elkaar zit, en met welk voorzetsel het gebruikt wordt: [circuler sur] ►Nous circulons sur une autoroute. Cette autoroute est large. ► L'autoroute sur laquelle nous circulons, est large. (Wij rijden op een snelweg. Deze snelweg is breed. ► De snelweg waarop [op welke] wij rijden, is breed.)
(Ik werk voor een bedrijf. Dat bedrijf is aan het groeien. ► Het bedrijf waarvoor [voor welke] ik werk, is aan het groeien.)
(Ik verlang zo naar vakantie. De vakantie waarnaar [naar welke] ik zo verlang)
|
- 3 - : DUQUEL etc. : kan voor personen of voorwerpen zijn. Het is een samentrekking van DE + lequel, etc. (Zie schema boven) Echter, deze samenstelling wordt steeds minder vaak gebruikt omdat het steeds vaker vervangen wordt door het woordje DONT (= de + qui, que, quoi); zie nummer 4 hieronder. Enkele voorbeeldzinnen:
|
- 4 - : een speciaal woord is DONT: (waarvan, van wie) DONT is een woordje dat altijd naar een bepaling met DE erin verwijst. Het betekent waarvan, of soms ook van wie.
DONTkan verwijzen naar personen of voorwerpen : |
Functies
|
- Bijzonderheden van het betrekkelijk voornaamwoord :- 8 - QUE, QUI kunnen personen of voorwerpen zijn :
- 9 - QUOI kan alleen voor voorwerpen :
- 10 - LEQUEL, etc. kan voor personen of voorwerpen zijn. - 11 - AUQUEL, etc. kan voor personen of voorwerpen zijn. - 12 - QUI, QUE, QUOI kunnen ook vragende voornaamwoorden zijn :
- 13 - QUOI QUE is een voornaamwoord (+ subjonctif: Wat ... ook maar... ) ; quoique is een voegwoord dat betekent "hoewel". (Het wordt ook wel gebrukt als "bien que").
(Voornaamwoord ► in twee woorden ► wat u ook beslist, ik zal toch vertrekken )
(Voegwoord ► in één woord ► bien que riche, il n'est pas généreux : ook al is hij rijk, hij is niet vrijgevig / hoewel hij rijk is, hij is niet vrijgevig.) -14 - OÙ is een betrekkelijk voornaamwoord dat ook gebruikt kan worden als simpel lijdend voorwerp : (Dire ► Le magasin, dans lequel travaille Paul, est très grand; De winkel, waar (in) Paul werkt, is heel groot). |