Robin Renucci (1)
Robin Renucci is een Franse acteur en regisseur, die in vele films en theaterstukken heeft gespeeld. Hij is zich in 2011 gaan toeleggen op het samenbrengen van artiesten met een verschillende culturele of nationale achtergrond. In het onderstaande document vertelt hij over de vergelijking van toneelacteurs en docenten.
Interview Robin Renucci
~ * ~
Onderwijzers en het toepassen van theater
In het denken van de beschaving bestaat er een sterke link tussen docenten en de wereld van artiesten en met name bij degenen die op de voorgrond staan, de acteurs, want dat zijn de auteurs van het geschreven woord dat naar voren treedt etc.; omdat er een zekere zorg aan wordt besteed. Dat wil zeggen de onderwijzer besteedt zorg aan zijn werk, hij verzorgt, draagt over; want hij onderwijst niet alleen maar, nee hij geeft geen teken, hij zit in een symbolische verhouding van kennisoverdracht en zelfs van pedagogiek, van het begeleiden van het kind. En waar ik mij momenteel heel veel mee bezig houd, naast vele andere zaken, is zoveel mogelijk contacten te leggen tussen artiesten en onderwijzers. Omdat ik denk dat de persoonlijke ervaring van docenten groter moet worden op dit gebied. Bovendien hebben en beoefenen zij zelf al de vaardigheiden van het bewerken van taal, het bewerken van teksten, het hardop voorlezen en de beste lezer van de klas te zijn.
Je hebt bijvoorbeeld de verteller, die binnen deze symbolische geste iets overbrengt aan de ontvanger, en deze verteller is niet in de toestand van onderwijzen of laten zien, geeft geen teken, maar hij is juist iets aan het overbrengen in dit gebaar van pedagogiek en autoriteit, want daar gaat het om, om de auteur wederom, het gaat om degene die auteur is van zijn daden in zijn gespeelde teksten, om zo de ander de auteur te laten worden van zijn eigen teksten. Want er zit alleen maar autoriteit in het feit dat degene die het ontvangt, het overbrengt aan degene die het geeft. Zoals Diderot het al zei, de prins heeft over zijn onderdanen de autoriteit die hij over hen heeft. Als ik niet wil dat iemand geen autoriteit over mij heeft, dan is dat in een weigeringskader. En op dat moment komt er discipline bij kijken en nog andere elementen. Maar men weet dat er mensen zijn die hun woordendorst komen lessen bij degene die het vak geschiedenis vertélt door middel van overbrenging, of wiskunde, geografie of Frans.
Dus, kort samengevat, ik houd me bezig met de opleiding van docenten van vandaag. Ik zou heel graag willen dat de docent zichzelf dwingt het voorlezen toe te passen, toneelspel, en dat hij een symbolische houding aanneemt van degene die kennis overdraagt en degene die ontvangt. En het theater is een fantastische leidraad voor het leren van de docent. Ik heb zelf heel veel geleerd van docenten. En dat waren altijd leraren die in associatieve contexten hun praktijkervaring hadden opgedaan, in de meeste gevallen buiten kaders, en soms op hun lerarenopleiding zelf, ook al zijn daarvoor geweldige plekken gecreëerd. De Pabo's zijn hiervoor gemaakt en hiermee hebben onderwijzers een bepaalde tijd hun eigen vertelpraktijk kunnen testen, en zo raakten zij niet in de war door simpelweg de angst voor de ander tegenover hem. Omdat het soms gewoon moeilijk is om tegenover een ander te staan en het woord te nemen.
Dus, momenteel interesseer ik me voor jongeren van rond de twintig, die meestal kinderen van de televisiegeneratie zijn, zoals onze kinderen nu eenmaal zijn, en zij hebben veel tekens en seinen geleerd. Maar de televisie, die heeft geen dialoog met je. De tv geeft wel tekens, maar laat de ander niet terugpraten, er is geen dialoog mogelijk. Dus, weer opnieuw leren een dialoog met jezelf te maken, met anderen, met docenten, met artiesten die elkaars gelijke gaan worden, is in de meeste gevallen op dezelfde manier goed kijken naar de manier waarop je met zorg kijkt naar wat je de ander geeft op het gebied van pedagogiek, kennisoverdracht en uitwisseling. Daarom denk ik dat het heel belangrijk is dat lesgevende mensen aan theater doen, de kunst van symbolen begrijpen en al die elementen delen in een stroom van tegenwerking, die hen volgens mij meestal meeneemt naar een heel andere richting.
Ik bedoel daarmee in die productie van tekens en seinen van degene die tegenover hen staat en die ze moeten grijpen. Docenten worden een beetje voorbereid op een niet-levende wereld. Des te meer omdat de techniek steeds verder gaat en wij moeten daar, nogmaals, niet afhankelijk van worden als nog meer schermen tussen ons, mensen, maar deze juist gebruiken. Want ik denk dat niets het gesproken woord vervangen kan. Dat en de adem en de uitwisseling gaat naar het oor van de ander. Ik vind dat docenten dat moeten blijven leren. En ik maak me sterk, in verenigingsverband, voor het oprichten van een stichting of vereniging bijvoorbeeld, die als doel heeft docenten en artiesten samen te brengen omdat ik denk dat wij het vaak over dezelfde dingen hebben. Dat wil zeggen je ziel steken in de ander qua pedagogiek en overdracht van bepaalde kennis. Het ontwaken en het tot grote hoogten brengen, we hebben immers mensen tegenover ons staan die groeien, die we soms “leerlingen” noemen.