Twee weken Holland. Paul Verlaine (9)
Logge bouwsels in rode baksteen, een gekke koepel met een ronde zonnewijzer in de gevel. Daar is het dat het koninginnetje van de Nederlanden elke winter komt schaatsen.
Wat bijvoorbeeld wel mooi is : het eindeloze park vol eeuwenoude bomen, in dit seizoen heel en al rood en goud, nog lauw bezond bij dit zeer milde begin van november.
De legende wil dat Voltaire tussen het geheimzinnig gebladerte van dit bos rondliep met zorgen en vervoeringen, waar de filosofie weinig aandeel in had ...
We stappen het atelier binnen, een allerprettigste werkplaats. Geen enkel doek trouwens. De meester heeft al zijn werken naar een grote tentoonstelling in Amsterdam gestuurd. Nieuwsgierig bekijk ik de biblioteek, die bestaat uit enkele Goncourts, twee, drie Villier de l'Isle-Adams, heel wat technische werken, een paar boeken van Barbey d'Aurevilly, Joseph Péladan, Léon Bloy en ... enkele Verlaines, plus een onoverzichtelijke verzameling exotische schoenen, Oosterse muiltjes, mocassins, laarzen en laarsjes, dansschoenen, pantoffels van overal, Hottentotse, Vuurlandse, Japanse, Patagonische ... Een leuke boel, en we zijn flink bezig ons te verlustigen, als er gebeld wordt en een van onze vrienden, Jan Veth, voornaam konfrater van de zeer voorname Zilcken, binnentreedt, nadien een schets van mij maakt, terwijl ik enkele nota's voor mijn eerste lezing toevertrouw aan het papier.
“ Dames en heren ”
Nauwelijks is hij klaar of Zilcken, die een fototoestel hanteert, maakt enkele momentopnamen van me, gezeten, werkend.
‘... En allereerst mijn groet aan dit schone, vrije Holland, klassieke vrije land, het mag worden gezegd, tijdens het bewind van de magnifieke despoot Lodewijk XIV en zijn zwakke opvolgers, tijdens de revolutionaire diktatuur, daarna de militaire, gelukkig gemilderd door de wijze oereigen broer van de almachtige keizer, Louis Bonaparte, die op zichzelf iemand was en een naam nalaat, naast die van zijn al te lieftallige vrouw en die van zijn tragisch omgekomen al te onfortuinlijke zoon ! ’
Zilcken laat niet af en intussen rollen de mooie zinnen ...
Er wordt gebeld ... zal ik maar zeggen gelukkig ?
Nog een medeplichtige van gisteravond, Toorop , symbolistisch schilder (goed en zeer goed). Hij wordt vergezeld door Albert Verwey, dichter van hoge faam in Holland en over wie ik in de gelegenheid zal zijn meer bijzonderheden te vertellen.
Daar ik vermoed wat me in grote trekken, als ik het zo mag zeggen, nog te wachten staat met Toorop, Toorop een pracht-Javaan van bruine tint, met donkere uitermate zachte blik, malse en dichte baard, blauwachtig door te zwart te zijn, ga ik opnieuw aan het werk.