Voorzetsels: À, EN, DE en CHEZ. (À) Luistervaardigheid Frans : Grammatica audio

Voorzetsels: À, EN, DE en CHEZ. (À) Luistervaardigheid Frans :  Grammatica audio Frans leren à la française. Vivienne Stringa

Voorzetsels: "À", "EN", "DE" en "CHEZ"

Luistervaardigheid, uitspraak, betekenis en gebruik in het Frans

Deze vier basisvoorzetsels komen heel vaak voor in het Frans en zij hebben diverse betekenissen.
Op deze pagina staan de meest gebruikte vormen met voorbeelden in de context en uitspraak van de zinnen in het Frans.

Verschillend gebruik van de voorzetsels À, EN, DE en CHEZ.

À
EN
DE
CHEZ
+ plaats
+ plaats
+ plaats
+ plaats
+ werkwoord
+ werkwoord (gérondif)
+ werkwoord
+ moyen
+ moyen
+ tijd
+ tijd
+ tijd
+ zelfstandig naamwoord
+ zelfstandig naamwoord

Voorzetsels: À, EN, DE en CHEZ

À

Voor een plaats (plaatsnaam, plek: in, bij, op)


J'habite à Paris mais je travaille à Lyon.
 

Je visite une exposition au musée.
 

J'ai loué une chambre trois jours à l'hôtel.
 

À la boulangerie, on trouve des croissants.
 

Il va revenir, il est aux toilettes.
 

Met een werkwoord (met, naar, aan, op)


Je parle à Françoise.
 

Je téléphone à mes amis.
 

J'ai envoyé une carte postale à mes parents.
 

J'ai demandé au professeur de répéter.
 

Elle a répondu à ma lettre.
 

Nous avons écrit aux collègues.
 

Met een bepaling van vervoer (te voet, met/op de fiets, te paard) 


Je vais à l'université à pied.
 

J'ai fait le tour de France à vélo.
 

Avant, on voyageait à cheval.
 

Met een bepaling van tijd (om, tot)


Nous mangeons toujours à midi.
 

Il arrivera à 3 heures.
 

J'ai rendez-vous à 8 heures.
 

Je travaille de 9 heures à 5 heures du soir.
 

Als bijwoordelijke bepaling bij een zelfstandig naamwoord. In het Nederlands wordt dat vaak samengevoegd tot een woord.


Une robe à fleurs (= avec des fleurs = jurk met bloemen) 
 

Un verre à whisky (= pour le whisky = whiskyglas)
 

Une cuillère à soupe (= pour la soupe = soeplepel)
 

Une machine à laver (= pour laver = wasmachine)