werkwoorden, Frans leren

( zich) Bezighouden, s'occuper,

( zich) Bezighouden, s'occuper, werkwoorden, frans leren,

(kopen?)ACHETER ?

(kopen?)ACHETER ?werkwoorden,frans leren

(zich) irriteren, (s')énerver, werkwoorden, frans leren

zich irriteren, (s')énerver, werkwoorden, frans leren

Klagen ,(se) plaindre werkwoorden, frans leren

Klagen. (se) plaindre. Werkwoorden. Frans leren. Vivienne Stringa

(Zich) omdraaien, (se) retourner, Werkwoorden ,frans leren

(Zich) omdraaien, (se) retourner, Werkwoorden. Frans leren. Vivienne Stringa

wandelen, (se)promener, werkwoorden, frans leren

attendre, wachten. Werkwoorden

Wachten, attendre. Werkwoorden, Franse werkwoorden. Frans leren à la française, Vivienne Stringa

Frans leren,werkwoorden: acheter (kopen)

Frans leren,werkwoorden: acheter (kopen)frans leren

agir-handelen, doen

Agir. Handelen, Doen, werkwoorden. Frans leren. Vivienne Stringa

Frans leren,werkwoorden: aimer

houden van,aimer,frans leren,werkwoorden

aller ?gaan?

Aller? gaan?. Werkwoorden, Frans leren à la française. Vivienne Stringa

aller,gaan

aller, gaan, Werkwoorden. Frans leren Vivienne Stringa

avoir, être. Hebben, zijn.

Hebben, zijn. avoir, être. DE WERKWOORDSVORM WANNEER HET ONDERWERP EEN MEERVOUDSVERZAMELNAAM IS. Frans leren, werkwoorden.

Bâiller, gapen. Werwoorden

Bâiller, gapen. Werwoorden frans leren. Vivienne Stringa

Bedanken, remercier. werkwoorden, Frans leren

Bedanken, remercier. werkwoorden, Frans leren, Vivienne Stringa

Betalen, Payer, Werkwoorden

Payer, Betalen, Werkwoorden, frans leren. Vivienne Stringa.

Binnenkomen,entrer, werkwoorden, frans leren

Boire. Drinken. Werkwoorden

Drinken. Boire. Werkwoorden . Frans leren. Vivienne Stringa

Bouillir, koken (Lett en fig)

koken (Lett en fig), Bouillir, werkwoorden,frans leren

Verbergen. Cacher

cacher, Verbergen, werkwoorden, frans leren. Vivienne Stringa

Zingen, chanter, werkwoorden, frans leren

Choisir, kiezen. Werkwoorden

kiezen, choisir, Werkwoorden, frans leren, vivienne-stringa

Begrijpen. Comprendre. Werkwoorden

Comprendre. Begrijpen. Werkwoorden, frans leren; vivienne stringa

Besturen, conduire. Werkwoorden

conduire. Besturen. Werkwoorden. Frans leren. Vivienne Stringa

Rennen, courir, werkwoorden, frans leren

Rennen, courir, werkwoorden, frans leren, Vivienne Stringa

Bakken, Cuire, werkwoorden, frans leren

Bakken, Cuire, werkwoorden, frans leren. Vivienne Stringa

déjeuner,Lunchen,werkwoorden, frans leren, vivienne stringa

Déjeuner. Lunchen, werkwoorden, frans leren, vivienne stringa

dineren,dîner, werkwoorden, frans leren

dineren, dîner, werkwoorden, frans leren

Doen, maken. Faire. Werkwoorden, frans leren

Faire. Doen, maken. Werkwoorden. Frans leren. Vivienne Stringa

Écrire. Schrijven. Werkwoorden. Frans leren

Schrijven. Écrire. Werkwoorden. Frans leren. Vivienne Stringa

DÉTESTER, EEN HEKEL HEBBEN AAN, WERKWOORDEN

ENNUYER (vervelen). S'ENNUYER (zich vervelen) WERKWOORDEN

Vervelen, ennuyer. S'ennuyer, zich vervelen. Werkwoorden. Frans leren. Vivienne Stringa

Entendre. Horen. Werkwoorden. Frans leren

Horen, entendre, werkwoorden, frans leren. Vivienne Stringa.

ÊTRE AIMÉ

Être aimé, geliefd zijn, bemind worden. werkwoorden, Frans leren à la française. Vivienne Stringa

Être, zijn. Werkwoorden

Zijn. Être. Werkwoorden. Frans leren, Vivienne stringa

studeren, étudier, werkwoorden, frans leren

studeren, étudier, werkwoorden. Frans leren. Vivienne Stringa

Excuseren, excuser. Werkwoorden

Excuseren, excuser, werkwoorden, frans leren. Vivienne Stringa

Falloir. Moeten. Werkwoorden

Falloir. Moeten. Werkwoorden. Frans leren. Vivienne Stringa

Frans leren,werkwoorden: finir, aller (eindigen, gaan)

Vluchten, fuir, werkwoorden,frans leren

Fuir. Vluchten. Werkwoorden. Frans leren. Vivienne Stringa

Gaan slapen, (se) coucher, werkwoorden, frans leren

Gaan slapen, (se) coucher, werkwoorden, frans leren. Vivienne Stringa

Gaan zitten,S'ASSEOIR ,werkwoorden

Gaan zitten. S'asseoir. Werkwoorden, frans leren. Vivienne Stringa

Genezen, guérir, werkwoorden, frans leren

Geven, donner. Werkwoorden, frans leren

Donner. Geven. Werkwoorden, frans leren. Vivienne Stringa

habiter. (be) wonen. Werkwoorden, frans leren

(be) wonen. Habiter. Werkwoorden, frans leren, Vivienne Stringa

hebben, avoir

hebben, avoir, werkwoorden, frans leren, vivienne stringa

kennen, connaître

kennen, connaître, WERKWOORDEN, FRANS LEREN. Vivienne Stringa

Koken (eten bereiden). Cuisiner. Werkwoorden

Cuisiner. Koken (eten bereiden). Werkwoorden. frans leren, Vivienne Stringa

Leren, apprendre. Werkwoorden

Leren, apprendre. Werkwoorden. Frans leren. Vivienne Stringa

Leven. Vivre. Werkwoorden, Frans leren

Vivre. Leven. Werkwoorden, Frans leren, Vivienne Stringa

Lire. Lezen. Frans leren. Werkwoorden.

Lezen. Lire. Frans leren. Werkwoorden. Vivienne Stringa

Lijken, schijnen, lijken op. Paraître, ressembler, werkwoorden

lijken, schijnen, lijken op, paraître, ressembler, werkwoorden, frans leren

Réussir, Lukken, (er in) slagen. Werkwoorden, frans leren

Lukken, (er in) slagen. Réussir, Werkwoorden. Frans leren. Vivienne Stringa

Maken, produceren, fabriquer, werkwoorden

Fabriquer, Maken, produceren, werkwoorden. Vivienne Stringa

Manger. Eten. Werkwoorden.

Eten, manger, werkwoorden, frans leren Vivienne Stringa

Mentir, liegen, werkwoorden, frans leren

Moeten. Devoir. Werkwoorden. Frans leren

Devoir. Moeten. Werkwoorden. Frans leren . Vivienne Stringa

Sterven. Werpen. Mourir. Jeter.

Sterven. Werpen. Mourir. Jeter. Werkwoorden. Frans leren. Vivienne Stringa

Niet zijn (ontkenning van zijn)? Ne pas être

Ne pas être. Niet zijn (ontkenning van zijn)? Werkwoorden, frans leren. Vivienne Stringa

NE PAS ALLER

ne pas aller. werkwoorden, Frans leren à la française. Vivienne Stringa

Ne pas Avoir (voix active) Niet hebben(actief)

Niet hebben(actief). Ne pas Avoir (voix active). werkwoorden. Frans leren. Vivienne Stringa

ne pas avoir-niet hebben(active forme)

Ne pas avoir. Niet hebben (active forme) werkwoorden frans leren. Vivienne Stringa

NE PAS ÊTRE werkwoorden

Ne pas être. Niet zijn (ontkenning van zijn). Werkwoorden. Vivienne Stringa

NE PAS RÉUSSIR, WERKWOORDEN, FRANS LEREN

NE PAS RÉUSSIR. WERKWOORDEN. FRANS LEREN

Ne vois-je pas ? Zie ik niet? Werkwoorden

Zie ik niet? (ontkennende vraag van zien) Ne vois-je pas ? Werkwoorden Frans leren. Vivienne Stringa

niet vertrekken, ne pas partir, Werkwoorden, frans leren

Ne pas partir. Niet vertrekken. Werkwoorden, frans leren. Vivienne Stringa

Ontdekken, DÉCOUVRIR. WERKWOORDEN

Ontdekken, Découvrir. Werkwoorden. Vivienne Stringa. Grammatica

ophouden, arrêter

ophouden, arrêter, werkwoorden, frans leren

Parler. Praten, spreken. Frans leren. Werkwoorden

Praten, spreken. Parler. Frans leren, Werkwoorden. Vivienne Stringa

Denken, Penser,werkwoorden, frans leren

PLEUVOIR, NE PAS PLEUVOIR het regent niet , PLEUVOIR ? Regent het? Werkwoorden, frans leren

Pouvoir. Kunnen. Frans leren. Werkwoorden.

Kunnen. Pouvoir. Werkwoorden. Frans leren. Vivienne Stringa

Prendre. Nemen. Werkwoorden. Frans leren

Nemen. Prendre. Werkwoorden. Frans leren. Vivienne Stringa

PRENDRE(nemen),Werkwoorden Frans leren

Vertragen, ralentir, werkwoorden, frans leren

Nadenken, réfléchir, werkwoorden, frans leren

Nadenken, réfléchir, werkwoorden, frans leren. Vivienne Stringa

Reizen, Voyager. Werkwoorden

Reizen, Voyager. Werkwoorden. Frans leren. Vivienne Stringa

Ademen, respirer,werkwoorden, frans leren

lijken, werkwoorden:sembler,ressembler, avoir l'air, rappeler, être comme,etc ...

revenir, terugkomen,werkwoorden, frans leren

terugkomen, revenir, werkwoorden, frans leren

weten, Frans leren,Werkwoorden: savoir (weten)

Scheppen, créer. Werkwoorden

scheppen, créer, werkwoorden, frans leren, Vivienne Stringa

Zich herinneren. Se souvenir, Werkwoorden, Frans leren

Uitgaan, Sortir,werkwoorden, frans leren

Uitgaan, Sortir, werkwoorden, frans leren, Vivienne Stringa

Tenir; vervoeging van het werkwoord TENIR; FRANS LEREN À LA FRANÇAISE; WERKWOORDEN; VIVIENNE STRINGA

Teruggeven, rendre, werkwoorden, frans leren

Draaien, tourner,werkwoorden, frans leren

Draaien, tourner, werkwoorden, frans leren. Vivienne Stringa

Werken, travailler,werkwoorden, frans leren

Travailler. Werken. Werkwoorden, frans leren

Valsspelen, tricher, werkwoorden, frans leren

Valsspelen, tricher. Werkwoorden. Frans leren. Vivienne Stringa

Tutoyer. Tutoyeren, Werkwoorden

Tutoyeren.Tutoyer. Werkwoorden, Frans leren

uitgeven, dépenser, werkworden, frans leren

Gebruiken, utiliser, werkwoorden, frans leren

Waard zijn, VALOIR, werkwoorden

Waard zijn. Valoir. Werkwoorden. Frans leren. Vivienne Stringa

Venir. Komen. Werkwoorden

Venir, komen. Werkwoorden. Grammatica. Frans leren à la française. Vivienne Stringa

oublier Werkwoorden, frans leren

vergeten, oublier, Werkwoorden, frans leren

Verklaren, verantwoorden, uitleggen, uitpraten. S'expliquer

Verklaren, verantwoorden, uitleggen, uitpraten. S'expliquer. Frans leren Vivienne Stringa

Verkopen. Vendre, werkwoorden. Frans leren

Verkopen. Vendre, werkwoorden. Frans leren. Vivienne Stringa

raconter, werkwoorden, frans leren

vertellen, raconter, werkwoorden, frans leren

Vertrekken. Partir. Werkwoorden

Vertrekken. Partir, werkwoorden, frans leren

vinden, trouver werkwoorden

Vinden, trouver. Werkwoorden. Frans leren, Vivienne Stringa

zien, leggen/zetten. Frans leren,werkwoorden: voir + mettre (zien, leggen/zetten)

zien, leggen/zetten. voir + mettre (zien, leggen/zetten). Frans leren. Werkwoorden. Vivienne Stringa

Stelen, voler, werkwoorden, frans leren