Werkwoorden, e
A B C D E F G H I K L M N O P R S T U V W Z
- être, zijn
- Een hekel hebben aan,détester
- Être aimé, Geliefd zijn, bemind worden
- (s')énerver, (zich) irriteren
- Ennuyer, vervelen, s'ennuyer, zich vervelen
- Entendre, Horen
- Ecrire, Schrijven
- Etre ?, Zijn ?
- Entrer, Binnenkomen
- Eten, Manger
- Etudier, studeren
- Être aimé, Geliefd zijn, bemind worden
- Ne pas être, Niet zijn (ontkenning van zijn)
- Etre, avoir, Niet zijn (ontkenning van zijn)
- Excuser, Excuseren
- S'expliquer, Verklaren, verantwoorden, uitleggen, uitpraten